Wolphaartsdijk, Gereformeerde Gemeente
Gereformeerde Gemeente - Villa Novastraat 3

- Orgeloverzicht - Andere orgels in Wolphaartsdijk -

Kerkgebouw
In verband met de afstand tot de Gereformeerde Gemeente in Goes, werd in 1907 aan de kerkenraad van Goes toestemming gevraagd een gebouwtje voor de ouden van dagen, vrouwen en kinderen te mogen bouwen te Wolphaartsdijk. Dit werd echter afgewezen, omdat men meende dat Wolphaartsdijk de kosten van de bouw niet kon opbrengen. Nadat ook andere pogingen op niets waren uitgelopen, besloten de leden uit Wolphaartsdijk zelf het initiatief te nemen. Op 23 maart 1911 werd dan ook besloten een kerk te bouwen in de Villa Novastraat. Op 12 oktober 1911 werd de bouw van de kerk gegund aan J. Goedbloed uit Kloetinge, voor f4.970,-. Op 12 januari 1912 werd de eerste steen gelegd en op 2 mei 1912 werd het gebouw in gebruik genomen. Op 16 mei (Hemelvaartsdag) 1912 is de gemeente van Wolphaartsdijk geïnstitutioneerd.
In verband met de groei van de gemeente viel in 1928 het besluit om het gebouw te vergroten. Pas in 1932 is dit gerealiseerd.
Bij de Watersnoodramp van 1953 liep een groot gedeelte van het dorp onder water, waaronder ook het kerkgebouw aan de Villa Novastraat. Na de Ramp werd het gebouw weer hersteld, gevolgd door een renovatie van het interieur in 1975 en 2004.

Eerste orgel
In 1925 is er voor het eerst gesproken om een orgel te plaatsen in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Wolphaartsdijk. Uit financieel oogpunt werd dit niet verstandig geacht en men was van mening dat er een goede voorzang was. Ook hadden enkele personen principiële bezwaren.
In 1938 werd met de grootst mogelijke meerderheid besloten om nu wel de kerk van een orgel te voorzien. Na verschillende orgels te hebben beluisterd, viel de keus op een tweedehands instrument van de firma C. Verweys uit Amsterdam. Op 27 januari 1939 werd het officieel in gebruik genomen. Het betrof een unit-orgel met zes stemmen waarvan er diverse zijn afgeleid.

De dispositie van het Verweys-orgel (1939):

Manuaal I:
Bourdon
Prestant
Holpijp
Octaaf
Fluit Dolce
Doublette
Sifflet
Mixtuur


16 voet
8 voet
8 voet
4 voet
4 voet
2 voet
1 voet
III sterk

Manuaal II:
Bourdon
Principal
Gedekt
Celeste
Viola di Gamba
Milofoon
Concertfluit
Nachthoorn
Sexuiltera


16 voet
8 voet
8 voet
8 voet
8 voet
4 voet
4 voet
2 voet
II sterk

Pedaal:
Subbas
Octaafbas
Fluitbas
Quint


16 voet
8 voet
4 voet
2 2/3 voet

Werktuiglijke registers:
Diverse koppels
Tremulant

 

Overige gegevens:
Manuaalomvang: C-g’’’
Pedaalomvang: C-f’
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: elektrische unitladen

Door diverse gebreken moest het orgel in de jaren '60 wijken voor een nieuw instrument.

Huidig orgel
Als gevolg van waterschade stelde het Nationaal Rampenfonds in 1960 maximaal f30.000,- beschikbaar voor de aanschaf van een nieuw orgel in de Gereformeerde Gemeente te Wolphaartsdijk.
In 1961 werd aan de firma H.J. Vierdag uit Enschede opdracht gegeven voor de bouw van een nieuw instrument . Omdat in 1963 de werkplaats van de fa. Vierdag door brand verwoest werd, kwam het orgel pas een jaar later gereed. Het werd in gebruik genomen op 27 mei 1964 met een concert door Willem Hülsman. Deze was tijdens de bouw adviseur namens de Nederlands Hervormde Orgelcommissie. Andere bronnen spreken echter over 1967 als jaar waarin het orgel gereed kwam.

De oorspronkelijke dispositie van het Vierdag-orgel (1964):

Hoofdwerk:
Prestant
Roerfluit
Octaaf
Gemshoorn
Mixtuur


8 voet
8 voet
4 voet
2 voet
IV sterk

Nevenwerk:
Holpijp
Roerfluit
Prestant
Nasard
Octaaf


8 voet
4 voet
2 voet
1 1/3 voet
1 voet

Pedaal:
Subbas
Gedekt


16 voet
8 voet

Werktuiglijke registers:
Koppel Hoofdwerk-Nevenwerk
Koppel Pedaal-Hoofdwerk
Koppel Pedaal-Nevenwerk
Tremulant op het Nevenwerk

 

Overige gegevens:
Manuaalomvang: C-g’’’
Pedaalomvang: C-f’
Stemming: evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: mechanische sleepladen

Tussen 1980-1985 is door A. Nijsse & Zoon te Oud-Sabbinge de Octaaf 1' van het Nevenwerk is vervangen door een Sesquialter II sterk'. Begin jaren '90 is het orgel milder geïntoneerd en een tremulant geplaatst.

De oorspronkelijke dispositie van het Vierdag-orgel (1964):

Hoofdwerk:
Prestant
Roerfluit
Octaaf
Gemshoorn
Mixtuur


8 voet
8 voet
4 voet
2 voet
IV sterk

Nevenwerk:
Holpijp
Roerfluit
Prestant
Nasard
Sesquialter


8 voet
4 voet
2 voet
1 1/3 voet
II sterk

Pedaal:
Subbas
Gedekt


16 voet
8 voet

Werktuiglijke registers:
Koppel Hoofdwerk-Nevenwerk
Koppel Pedaal-Hoofdwerk
Koppel Pedaal-Nevenwerk
Tremulant op het Nevenwerk

 

Overige gegevens:
Manuaalomvang: C-g’’’
Pedaalomvang: C-f’
Stemming: evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: mechanische sleepladen


Foto ©: J.P. Sinke

 

Geraadpleegde literatuur

Sinke, J.P. (2007)
Zijn daan getoond en trouw'lijk hen geleid, 100 jaar Gereformeerde Gemeenten 1907-2007, deel I
Krabbendijke, Uitgeverij Van Velzen (2007)

Stichting Utrechts Orgelarchief Maarten Vente

Met dank aan
C.L. van Keulen
J.P. Sinke
W. Braam

 

- Terug naar de top van deze pagina -